Voorzorgsmaatregelen voor laboratoriumpipettips

1. Gebruik geschikte pipetteertips:
Om een ​​betere nauwkeurigheid en precisie te garanderen, wordt aanbevolen dat het pipetteervolume binnen het bereik van 35%-100% van de tip ligt.

2. Installatie van de zuigkop:
Bij de meeste merken pipetten, vooral bij meerkanaalspipetten, is het niet eenvoudig om de pipetten te installerenPipetpunt: om een ​​goede afdichting na te streven, moet u het pipethandvat in de punt steken en vervolgens naar links en rechts draaien of naar voren en naar achteren schudden. Draai vast. Er zijn ook mensen die de pipet gebruiken om herhaaldelijk op de punt te slaan om deze vast te draaien, maar deze handeling zal ervoor zorgen dat de punt vervormt en de nauwkeurigheid beïnvloedt. In ernstige gevallen raakt de pipet beschadigd, dus dergelijke handelingen moeten worden vermeden.

3. De onderdompelingshoek en diepte van de pipettip:
De onderdompelingshoek van de punt moet binnen een straal van 20 graden worden gehouden, en het is beter om hem rechtop te houden; de dompeldiepte van de tip wordt als volgt aanbevolen:
Pipetspecificatie insteekdiepte van de tip
2L en 10L 1 mm
20L en 100L 2-3 mm
200L en 1000L 3-6 mm
5000 L en 10 ml 6-10 mm

4. Spoel de pipetpunt af:
Voor monsters bij kamertemperatuur kan het spoelen van de tip de nauwkeurigheid helpen verbeteren; maar voor monsters met hoge of lage temperaturen zal het spoelen van de tip de nauwkeurigheid van de bewerking verminderen. Besteed speciale aandacht aan gebruikers.

5. Vloeistofzuigsnelheid:
Bij het pipetteren moet een soepele en passende zuigsnelheid worden gehandhaafd; Een te hoge aspiratiesnelheid zal er gemakkelijk voor zorgen dat het monster in de huls terechtkomt, wat schade aan de zuiger en de afdichtingsring en kruisbesmetting van het monster veroorzaakt.

[Voorstellen:]
1. Houd tijdens het pipetteren de juiste houding aan; houd de pipet niet de hele tijd stevig vast, gebruik een pipet met een vingerhaak om handvermoeidheid te verlichten; indien mogelijk regelmatig van eigenaar wisselen.
2. Controleer regelmatig de afdichting van de pipet. Wanneer blijkt dat de afdichting verouderd is of lekt, dient de afdichtring tijdig vervangen te worden.
3. Kalibreer de pipet 1-2 keer per jaar (afhankelijk van de gebruiksfrequentie).
4. Bij de meeste pipetten moet er voor en na gebruik gedurende een bepaalde periode een laag smeerolie op de zuiger worden aangebracht om de dichtheid te behouden.


Posttijd: 09-aug-2022